arbeidershuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·bei·ders·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidershuis | arbeidershuizen |
verkleinwoord | arbeidershuisje | arbeidershuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het arbeidershuis o
- klein, eenvoudig huis dat speciaal is gebouwd voor de gezinnen van mensen die laagbetaalde handenarbeid verrichten
- ▸ De tientallen eetkramen zijn strategisch opgesteld langs de route met als eindpunt een betonnen sportstadion dat met een hoogte van vijftig meter niet te missen is tussen de arbeidershuisjes. We zijn in de Londense buitenwijk Twickenham, in het oosten van de Britse hoofdstad.[1]
- ▸ Toen ik klein was, waren er arbeidershuisjes met het toilet nog buitenshuis.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord arbeidershuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Geschreven door:Lennart Bloemhof“Hoe de Amerikanen Groot-Brittannië veroveren met American football” (24/10/2016), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron Nico Hofstra“Marita Mathijsen: ‘Zonder biografieën zouden we niet kunnen leven’” (19/05/2017), HP de Tijd