antropoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: antropoloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·tro·po·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antropoloog | antropologen |
verkleinwoord | antropoloogje | antropoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de antropoloog m
- (beroep) een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk gedrag
- ▸ De veel gepubliceerde bewering dat Homo naledi, een vroegere mensensoort met een klein brein, zijn overledenen begroef en rotskunst maakte, is volgens een groep onderzoekers volledig ongegrond. ‘Er is totaal geen bewijs voor’, zegt archeoloog en antropoloog Michael Petraglia van de Griffith-universiteit in Australië.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord antropoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antropoloog" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ antropoloog op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Michael Marshall“Begroef de uitgestorven mensachtige Homo naledi zijn overledenen?” (30 november 2023), NewScientist
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be