afunctioneel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- afunc·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van functioneel met het voorvoegsel a-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afunctioneel | afunctioneler | afunctioneelst |
verbogen | afunctionele | afunctionelere | afunctioneelste |
partitief | afunctioneels | afunctionelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afunctioneel
- van iets dat het niet werkzaam is; iets dat het geen praktisch nut heeft
- ▸ Online boeken gaat niet. Je moet je naar hun hoofdkantoor verplaatsen om te kunnen boeken. Een typisch afunctioneel en buiten proporties ontworpen gebouw, gelegen op een centrale plaats in de hoofdstad, waar enkel een Jomme Dockx figuur zich thuis voelt.[1]
Gangbaarheid
- Het woord afunctioneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Maxim De Zitter“NEPAL - Ministry of Silly Tickets” (17/03/2014), De Standaard