afkuieren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·kui·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en kuieren ww
Werkwoord
afkuieren [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afkuieren |
kuierde af |
afgekuierd |
zwak -d | volledig |
- langzaam en rustig naar beneden slenteren
- rustig wandelend een volledige weg afleggen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afkuieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afkuieren" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be