Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·keu·ren·de

Werkwoord

vervoeging van: afkeuren
verbogen vorm: afkeurendee

afkeurende

  1. verbogen vorm van afkeurend, het onvoltooid deelwoord van afkeuren

Bijvoeglijk naamwoord

afkeurende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van afkeurend
     De orgie kan wat mij betreft beginnen. De afkeurende blik van zijn vrouw negerend, ging hij weer op zijn favoriete plek zitten.[1]

Verwijzingen