achterwaarts
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·waarts
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘naar achteren’ voor het eerst aangetroffen in 1445 [1]
- Afgeleid van achter met het achtervoegsel -waarts.
stellend | |
---|---|
onverbogen | achterwaarts |
verbogen | achterwaartse |
partitief | achterwaarts |
Bijvoeglijk naamwoord
achterwaarts
- in een richting die naar de achterkant wijst
Vertalingen
Bijwoord
achterwaarts
- in achterwaartse richting
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord achterwaarts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterwaarts" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "achterwaarts" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be