Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aarts·dom·oren
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de aartsdomorenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aartsdomoor
    • Het bloed gonsde in zijn hoofd; redeloze wezens vond hij de kameraden, aartsdomoren, om hem de logische gang der gebeurtenissen te verwijten. Kon het nog onverstandiger? [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen