aapachtig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aap·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aapachtig | aapachtiger | aapachtigst |
verbogen | aapachtige | aapachtigere | aapachtigste |
partitief | aapachtigs | aapachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aapachtig
- gelijkend op een aap
- Hij had een aapachtig voorkomen.
- bespottelijk
Gangbaarheid
- Het woord aapachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aapachtig" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be