aanvuurden
- Geluid: aanvuurden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvyrdə(n) / (3 lettergrepen)
- aan·vuur·den
vervoeging van |
---|
aanvuren |
aanvuurden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanvuren
- ...dat wij aanvuurden.
- ...dat jullie aanvuurden.
- ...dat zij aanvuurden.
- ...dat wij aanvuurden.
- Het woord aanvuurden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.