Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vals·oor·log
enkelvoud meervoud
naamwoord aanvalsoorlog aanvalsoorlogen
verkleinwoord aanvalsoorlogje aanvalsoorlogjes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de aanvalsoorlogm

  1. voor die staat die een oorlog begint door als eerste een oorlogsverklaring te zenden aan of een oorlogsdaad te stellen jegens een andere staat is die oorlog een aanvalsoorlog
    • De Tweede Wereldoorlog was voor Duitsland en Japan een aanvalsoorlog 

Meer informatie

Gangbaarheid