aanvalslinie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanvalslinie (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱvɑlsˌlini / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·vals·li·nie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanvalslinie | aanvalslinies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanvalslinie v
- (sport) (militair) rij samenwerkende aanvallers
- ▸ De bezoekers hadden het echter moeilijk. Everton hield de doorgaans levensgevaarlijke aanvalslinie van Liverpool, waar Roberto Firmino wegens een lichte enkelblessure op de bank begon, in de tang.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanvalslinie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Liverpool verspeelt koppositie door gelijkspel in Merseyside-derby” (03-03-2019), NOS