aantrapt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aantrapt    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈantrɑpt / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·trapt

Werkwoord

vervoeging van
aantrappen

aantrapt

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantrappen
   

   • ... dat jij aantrapt. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantrappen
   

   • ... dat hij aantrapt. 

Gangbaarheid

• Het woord aantrapt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.