Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·sluit·slang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aansluitslang aansluitslangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aansluitslangv / m

  1. (techniek) heel buigzame buis bestemd om gas of vloeistof uit een bepaalde bron naar een toestel of andere bestemming over te brengen
    Zo'n buis is vaak gemaakt van kunstof of verstevigd rubber en voorzien van uiteinden die geschikt zijn om een stevige, niet lekkende koppeling tot stand te brengen.
     Bij 39 procent van de fornuizen blijkt de aansluitslang in de hete verbrandingsgassen van de oven te hangen.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gasinstallaties in veel woningen zijn onveilig in: NRC Handelsblad, jrg. 7 nr. 105 (2 februari 1977), Nieuwe Rotterdamse Courant, Rotterdam, p. 10 kol. 7