aannemingsconcern
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·ne·mings·con·cern
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aannemingsconcern | aannemingsconcerns |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het aannemingsconcern o
- bedrijf dat bestaat uit verschillende losse bouwbedrijven
- ▸ Dat ook infrabouwer Strukton de omzet zag zakken (met 14 miljoen) en het nettorendement zag dalen tot 0,7 procent van de omzet, onderstreept zijn woorden. Gerard Sanderink is bezig Strukton om te bouwen van een aannemingsconcern tot een technologiebedrijf en richt zich volgens Cobouw 'met zijn technologische hoogstandjes in spoorinfra steeds meer op het buitenland'.[1]
Gangbaarheid
- Het woord aannemingsconcern staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gerben Kuitert“Oldenzaalse onderneming hoogste nieuwkomer in top 50 van bouwbedrijven” (26-11-2017), Tubantia