aannemingsconcern

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·ne·mings·con·cern
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aannemingsconcern aannemingsconcerns
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aannemingsconcerno

  1. bedrijf dat bestaat uit verschillende losse bouwbedrijven
     Dat ook infrabouwer Strukton de omzet zag zakken (met 14 miljoen) en het nettorendement zag dalen tot 0,7 procent van de omzet, onderstreept zijn woorden. Gerard Sanderink is bezig Strukton om te bouwen van een aannemingsconcern tot een technologiebedrijf en richt zich volgens Cobouw 'met zijn technologische hoogstandjes in spoorinfra steeds meer op het buitenland'.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Gerben Kuitert
    “Oldenzaalse onderneming hoogste nieuwkomer in top 50 van bouwbedrijven” (26-11-2017), Tubantia