aanmeldsticker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·meld·stic·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanmelden ww en sticker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmeldsticker | aanmeldstickers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aanmeldsticker m
- sticker in een nationaal paspoort van een land buiten de EER dat aangeeft dat de persoon een door de Vreemdelingendienst aangetekende vergunning tot verblijf bezit
Gangbaarheid
- Het woord aanmeldsticker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.