aankondigingbrief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kon·di·ging·brief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aankondiging zn en brief zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aankondigingbrief | aankondigingbrieven |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aankondigingbrief m
- schrijven waarin men een toekomstige gebeurtenis bekendmaakt
Gangbaarheid
- Het woord aankondigingbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.