aalglad
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aal·glad
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aalglad | (aalgladder) | (aalgladst) |
verbogen | aalgladde | (aalgladdere) | (aalgladste) |
partitief | aalglads | aalgladders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aalglad
- zo glad als een aal, of een paling, glibberig
- sluw, geslepen
- Iemand die smoesjes vertelt en zich overal uit weet te praten heet aalglad te zijn.
- De aalgladde verkoper smeerde de klant een waardeloos product aan.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aalglad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aalglad" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be