Praags
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Praags
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Praags | Praagser | Praagst |
verbogen | Praagse | Praagsere | Praagste |
partitief | Praags | Praagsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Praags
- (demoniem) op Praag betrekking hebbend
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Praag in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Pragenaar, Prager • inwoonster: Praagse, Pragerin • bijvoeglijk: Praags, Prager |
Gangbaarheid
- Het woord Praags staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.