Maďarka
Slowaaks
Uitspraak
- IPA: /maɟarka/
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Maďarka v
- (demoniem) Hongaarse; een vrouw met de Hongaarse nationaliteit
- (demoniem) Hongaarse; een vrouw behorend tot het Hongaarse volk
Verwante begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /maɟarka/
Woordafbreking
- Ma·ďar·ka
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
Maďarka v
- (demoniem) Hongaarse; een vrouw met de Hongaarse nationaliteit
- (demoniem) Hongaarse; een vrouw behorend tot het Hongaarse volk