Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Hol·lan·der·mop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Hollandermop Hollandermoppen
verkleinwoord Hollandermopje Hollandermopjes

Zelfstandig naamwoord

de Hollandermopv / m

  1. een grap die de vermeende gierigheid van Hollanders tot onderwerp heeft
    • In Terneuzen hielden wij soms wedstrijden in het vertellen van Hollander- en Belgenmoppen. 
Antoniemen

Gangbaarheid