Oudhoogduits

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudhoogduitse zelfstandige naamwoord trib met het voorvoegsel úz-

Zelfstandig naamwoord

úztrib, m

  1. (roofdieren) beer, dier uit de familie Ursidae  
  2. (dierkunde) beer, mannelijk everzwijn, een mannetje van de wilde zwijnen Sus scrofa  
Verbuiging
  • m (a?, i?), sterk
Opmerkingen