Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwij·nen·pan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwijnenpan zwijnenpannen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwijnenpanv / m

  1. een grote wanorde, een vieze bende
    • Je moet die zwijnenpan eens opruimen. 

Gangbaarheid