Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·zo·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemzone zwemzones
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwemzonev / m

  1. gebied waar je veilig kunt zwemmen; gebied waar zwemmen is toegestaan
    • Het hoofd van de strandwachten van Patong zegt dat hij in de ochtend een bootje het water op had gestuurd om aangespoelde vuilnis te verwijderen uit de lijn van boeien die de veilige zwemzone markeren.[1] 
    • Al enkele weken turen redders de zee niet meer af. De logistieke ploegen haalden de boeien, die de gereglementeerde zwemzones afbakenen, al binnen. Het onderhoudspersoneel spoot het zout en het zand van de gestockeerde vlaggenmasten af. ‘En toen kwamen de goede weersvoorspellingen en beslisten Oostende en Blankenberge – tegen de afspraken in – dat ze toch nog redders zullen plaatsen om één zwemzone te beveiligen.’[2] 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 14 jan. 2013 Nederlander (26) dood in Thaise zee
  2. de Standaard 14/10/2017 om 06:00 door thv, jv ‘Redders in de herfst, dat is onverantwoord’
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be