zwemtas
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwem·tas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zwemmen ww en tas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zwemtas | zwemtassen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- zak waarin men zwemspullen kan meenemen
- ▸ De pomp zuigt John met zijn vriend Mark naar het afzuigrooster. De shock die volgt is indringend beschreven. De confrontatie met de dood is verpletterend. Het enige wat de ouders die avond mee naar huis krijgen is Johns zwemtas (mét Bijbeltje...).[1]
- ▸ Het hoofd van de Japanse zwemdelegatie legt uit wat er is gebeurd. 'De zwemmer ontvreemdde de camera van een Zuid-Koreaanse journalist die zijn toestel had achtergelaten in de persruimte. Kort nadat de journalist aangifte deed, werd de camera ontdekt in de zwemtas van de atleet. Die gaf zijn schuld toe maar het onderzoek is nog aan de gang.'[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord zwemtas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Willy Wouters-Maljaars“Dolores Thijs schrijft roman over rouwverwerking” (21-12-2005), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron gjs“Stelende zwemmer wordt uit Aziatische Spelen gezet” (27/09/2014), De Standaard