Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zout·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoutheid zoutheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zoutheidv

  1. het zilt zijn van iets; hoe zout iets is
    • Slauerhoff, die Portugees kon lezen, had echter ook belangstelling voor andere Portugese auteurs. Zoals voor de zwaarmoedige dichter António Nobre. Die stelde dat de zoutheid van de zee het niet haalde bij de ziltheid van zijn tranenplas. Hij noemde de doodgraver de beste van alle bouwmeesters. [2] 
    • De Bleu d'Auvergne kan ook vervangen worden door bijvoorbeeld Roquefort, Fourme d'Ambert, Bleu de Sassenage of de vrij scherpe Italiaanse Gorgonzola piccante (tegenwoordig regelmatig gesignaleerd in Nederland). Pas wel de toe te voegen hoeveelheid boter aan de `zoutheid' van de kaas aan want die verschilt per soort. [3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Gerrit Jan Zwier 6 april 2000 Jong, slank en droevig
  3. NRC Florine Boucher 21 maart 2001 BLAUWKAASCREME
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be