Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoo·tjes

Zelfstandig naamwoord

de zootjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zoo
Woordafbreking
  • zoot·jes

Zelfstandig naamwoord

de zootjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zootje