zonnewiel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zon·ne·wiel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zon en wiel met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonnewiel | zonnewielen |
verkleinwoord | zonnewieltje | zonnewieltjes |
Zelfstandig naamwoord
het zonnewiel o
- (werktuigbouwkunde) wiel dat in een planeetwielmechanisme de centrale positie inneemt
- (religie) vroeg christelijk symbool, IX monogram
Gangbaarheid
- Het woord 'zonnewiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.