zonneslag
- zon·ne·slag
- leenvertaling van Frans coup de soleil, samenstelling van zon zn en slag zn met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zonneslag | zonneslagen |
verkleinwoord | zonneslagje | zonneslagjes |
de zonneslag m
- (medisch) ziekteverschijnselen die optreden door overmatige verhitting van hoofd en nek als de zon fel schijnt
- In Zanzibar overlijdt hij aan de gevolgen van een zonneslag. [2]
- (verouderd) zeer fel schijnende zon gedurende een bepaalde tijd
- Ottevare had toevallig vernomen, dat de druiven in de serre van den baron dit jaar door eenen zonneslag nagenoeg vernield waren. [3]
- (plantkunde) benaming voor schimmelziekte die in het voorjaar bij sommige steenvruchten kan optreden
- [1] heliose, hitteberoerte, hittecollaps, hitteshock, hittestuwing, siriase, warmteberoerte, warmtesteek, zonnesteek
- Het woord zonneslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zonneslag" herkend door:
58 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Renders, L."8 Nikkerke en ikkerke. Nederlandstalig proza over Kongo" in:D'haen, T. (red.)Europa buitengaats. Koloniale en postkoloniale literaturen in Europese talen. deel 1 (2002) Bert Bakker, Amsterdam; ISBN 90 351 2480 4; p. 311; geraadpleegd 2018-06-18
- ↑ Loveling, V.Sophie. (1885) P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam; p. 301; geraadpleegd 2018-06-18
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be