Nederlands

 
In de souk van de zijdewevers
Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·de·we·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijdewever zijdewevers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zijdewever m [1]

  1. (beroep) iemand die een weefsel weeft van zijde
     Onder de nonnen bevinden zich een loodgieter, een ingenieur, een elektricien, een zijdewever en een non die zonodig tandartshulp biedt.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nonnen sluiten platencontract” (27-07-2010), Reformatorisch Dagblad