zijdespinnerij
- zij·de·spin·ne·rij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijdespinnerij | zijdespinnerijen |
verkleinwoord |
de zijdespinnerij v
- bedrijf waar men draden van zijde ophaspelt
- ▸ In zijn beroemde hofdicht Zijdebalen – geschreven voor de steenrijke Utrechtse zijdehandelaar en mecenas David van Mollem – bezingt Hoogvliet het landgoed van Van Mollem, met een zijdewormkwekerij, een zijdespinnerij en een landschapspark met een artistieke grot vol exotische schelpen.[2]
- Het woord zijdespinnerij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Ik geef mezelf hierbij aan als partijdig links docent” (29 maart 2019), de Volkskrant