Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·de·fa·briek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijdefabriek zijdefabrieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zijdefabriekv

  1. (industrie) fabriek waar men zijde verwerkt
     Oorspronkelijk werd de gracht aangelegd voor de bevoorrading van de Zijdefabriek, later werd deze gedempt.[2]
     Ook nieuw op de lijst zijn de citadel van Erbil in het Koerdische gebied van Irak, een versterkt fort op een plateauvormige heuvel, en de zijdefabriek Tomioka in de Japanse prefectuur Gunma, ten noordwesten van Tokio.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    TESSA HEERSCHOP
    “’Oude’ nieuwe gracht tevoorschijn getoverd” (09 okt. 2018), De Telegraaf
  3.   Weblink bron
    edm
    “Rotterdamse tabaksfabriek op werelderfgoedlijst” (21/06/2014), De Standaard