zevenhonderdeenenzestigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·een·en·zes·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het zevenhonderdeenenzestigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zevenhonderdeenenzestig

Gangbaarheid