zeshonderdtweeëntwintigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·tweeën·twin·tigs, zes·hon·derd·twee·en·twin·tigs

Zelfstandig naamwoord

de zeshonderdtweeëntwintigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zeshonderdtweeëntwintig

Gangbaarheid