zesenzestigjarige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zesenzestigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛsənˌsɛstəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- zes·en·zes·tig·ja·ri·ge
Woordherkomst en -opbouw
- bn: zesenzestigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van zesenzestigjarig bn met het achtervoegsel -e
Bijvoeglijk naamwoord
zesenzestigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van zesenzestigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een zesenzestigjarige periode zonder uitbarstingen.
Schrijfwijzen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zesenzestigjarige | zesenzestigjarigen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- levend wezen dat 66 jaar oud is of iets dat 66 jaar bestaat
- De zesenzestigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
Schrijfwijzen
Gangbaarheid
- Het woord 'zesenzestigjarige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.