Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·zorg·markt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfzorgmarkt zelfzorgmarkten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfzorgmarktv / m

  1. (economie) afzetgebied voor zelfzorgmedicijnen
     VSM in Alkmaar (270 werknemers) en Biohorma in Elburg (150) zijn de twee grootste fabrikanten van homeopathische middelen voor zelfzorg. Zij beheersen ongeveer 80 tot 90 procent van de Nederlandse markt, die op ongeveer 96 miljoen euro wordt geschat. Met Roche (Rennie, Supradyn) en Chefaro (Davitamon, Chefarine) behoren VSM en Biohorma - dat producten verkoopt onder de naam A. Vogel - tot de vier grootste spelers op de landelijke zelfzorgmarkt.[1]
     De Inspectie voor de Gezondheidszorg erkent de problematiek en gaat de zelfzorgmarkt controleren: pillen met een hoge dosis melatonine moeten als geneesmiddel worden geregistreerd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Medicijnkastjes staan vol met belladonna” (25 februari 2004), de Volkskrant
  2.   Weblink bron
    Ellen de Visser
    “Slecht slapen maakt niet alleen ziek maar ook dik” (29 november 2014), de Volkskrant