zelfroosteren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·roos·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf bw en roosteren ww
Werkwoord
zelfroosteren
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| zelfroosteren |
||
| onvolledig | ||
- zelf het eigen werkrooster maken
- ▸ Naast het vergroten van de instroom is het van belang dat instellingen hun personeel behouden. Werkgevers kunnen personeel aan zich binden door aandacht te besteden aan de persoonlijke ontwikkeling van werknemers en hen bijvoorbeeld de mogelijkheid tot (bij)scholing en zelfroosteren te bieden.[1]
- ▸ Ook komt er een proef waarbij medewerkers meer zeggenschap krijgen in het invullen van hun werktijden, het zogenoemde 'zelfroosteren'. ,,Dit is het begin van echte vernieuwing van de cao in de detailhandel", aldus bestuurder Wessel Breunesse van CNV Vakmensen.[2]
- ▸ Via zelfroosteren kunnen de medewerkers een gezins- en sociaalvriendelijk uurrooster zelf opstellen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord zelfroosteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Aannemen van zij-instromers en allochtonen cruciaal” (24-05-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron Caspar Naber“Cassières en vakkenvullers krijgen 3,5 procent meer loon” (26-10-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Flexibel werken in de ouderenzorg loont/kan” (10/12/2018), De Standaard
