zelfontbrander
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·ont·bran·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en ontbrander zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfontbrander | zelfontbranders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zelfontbrander m
- iets dat uit zichzelf tot ontbranding komt
- zelfstandig handelend terrorist die geen deel uitmaakt van een organisatie
- ▸ Terrorismedeskundige Beatrice de Graaf vertelde over twee type terroristen, de zelfontbrander en de door een organisatie getrainde terrorist. Het leek om het laatste type te gaan, maar zekerheid was er nog niet.[2]
- (techniek) een motor waarbij de brandstof ingespoten wordt een zeer hete samengeperste lucht en zo vanzelf tot ontbranding komt
- ▸ Bijna alle 5 Series zijn uitgerust met een automaat, slechts 40 exemplaren hebben een handbak. Diesel is een populaire brandstof bij de 5 Serie: bijna 600 stuks hebben een zelfontbrander onder de kap.[3]
- ▸ Het aantal personenauto’s met dieselmotor ligt in Nederland al jaren rond de 1,3 miljoen. Waarom dan toch ”ja” op de vraag of het gedaan is met de zelfontbrander? Omdat er getalsmatig iets interessants aan de hand is.[4]
Synoniemen
- [1] pyrofoor
- [3] dieslemotor
Gangbaarheid
- Het woord zelfontbrander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Han Lips“Matthijs van Nieuwkerk fietste net iets sneller dan normaal” (9 januari 2015), Het Parool
- ↑ Weblink bron “BMW 5 Serie (2010-2017): klassieke luxe” (5-03-2019), Tubantia
- ↑ Weblink bron Evert Barten“Verdwijnt de dieselmotor? Drie keer ja, twee keer nee” (27-12-2017), Reformatorisch Dagblad