Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·dwang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfdwang
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zelfdwang m [1]

  1. jezelf ergens toe dwingen
     Dinsdag presenteerden de auteurs hun boek in de Amsterdamse Al Mohsinine-moskee. Daarbij omschreven ze de zoektocht van Turkse en Marokkaanse mannen naar een partner als „een complex proces van dwang en zelfdwang en van traditie en verandering.”[2]
     Daarbij geldt dat gedwongen seks strafbaar is. Zelfbeschikking betekent ook zelfbeheersing. Seksualiteit wordt gereguleerd door geïnternaliseerde zelfdwang, gezamenlijke consideratie, flexibiliteit en onderhandeling.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Turkse man worstelt met keus partner” (15-06-2005), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “Wisselvalligheid” (30-07-2008), Reformatorisch Dagblad