zelfdiscriminatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·dis·cri·mi·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfdiscriminatie zelfdiscriminaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfdiscriminatiev

  1. (psychologie) het internaliseren van discriminatie; zelf geloven dat vooroordelen over de eigen groep ook op jezelf van toepassing zijn
     Zelfdiscriminatie: Definitie van een onbekend fenomeen: het interioriseren van discriminatie.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Sarah Van Doosselaere
    “« Zelfdiscriminatie » : een extra obstakel in de zoektocht van jongeren met migratieachtergrond naar werk” (Oktober 2015), Koning Boudewijnstichting