Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·de·fi·ni·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfdefinitie zelfdefinities
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfdefinitiev

  1. het beeld dat men van zichzelf heeft, hoe men zichzelf definieert
     Ooit ben ik in Iran als een meisje op zoek naar haar identiteit geïnspireerd geraakt door een Franse roman die mijn verbeeldingskracht voedde, om de kracht van de zelfdefinitie als vrouw te vinden, en die mij de handvatten gaf hoe ik een onafhankelijke vrouw kon zijn.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Halleh Ghorashi
    “Ruimte voor zelfdefinitie” (2017), sociologie Magazine