zelfadministrerend


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·ad·mi·nis·tre·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen zelfadministrerend
verbogen zelfadministrerende
partitief zelfadministrerends

Bijvoeglijk naamwoord

zelfadministrerend

  1. van een pensioenfonds dat dit zelf de werkzaamheden ten behoeve van de uitvoering van de pensioenovereenkomst uitvoert en dit dus niet uitbesteedt aan gespecialiseerde bedrijven


Gangbaarheid