zegden aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zegden aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zeg·den aan
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzeggen |
zegden aan
- meervoud verleden tijd van aanzeggen
- Wij zegden aan.
- Jullie zegden aan.
- Zij zegden aan.
- Wij zegden aan.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord zegden aan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.