Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeg toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toezeggen

zeg toe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezeggen
    • Ik zeg toe. 
  2. gebiedende wijs van toezeggen
    • Zeg toe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toezeggen
    • Zeg je toe? 


Gangbaarheid