• zee·zij·de
enkelvoud meervoud
naamwoord zeezijde zeezijdes
zeezijden
verkleinwoord

de zeezijdev / m

  1. aan de zijde van zee.
    • Aan de zeezijde had het huis een luifel. 
97 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be