zeezeiler
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·zei·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en zeiler
- Naamwoord van handeling van zeezeilen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeezeiler | zeezeilers |
verkleinwoord | zeezeilertje | zeezeilertjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeezeiler m
- een persoon die met zijn zeilboot zeeën bezeilt.
Gangbaarheid
- Het woord zeezeiler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeezeiler" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be