Nederlands

 
Anarhichas lupus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·wolf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeewolf zeewolven
verkleinwoord zeewolfje zeewolfjes

Zelfstandig naamwoord

de zeewolfm

  1. (straalvinnigen) (voeding) bepaald soort roofvis, Anarhichas lupus  
    • De beroepsvisserij vangt de zeewolf op grote schaal voor menselijke consumptie en ook bij sportvissers is hij zeer gewild vanwege de goede smaak van zijn vlees. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen