Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·schil·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeschilder zeeschilders
verkleinwoord zeeschildertje zeeschildertjes

Zelfstandig naamwoord

de zeeschilderm

  1. (beroep), (kunst) een kunstenaar die zich toelegt op het schilderen van de zee en de zeevaart
    • Mesdag is een belangrijk zeeschilder uit de Haagse School. 

Gangbaarheid