Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·blauw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeblauw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het zeeblauwo

  1. (kleur) een helderblauwe kleur zoals die van de oceaan; gedefinieerd met met RAL-nummer 5020.
    • Het zeeblauw van haar jurk stond haar uitstekend. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zeeblauw zeeblauwer zeeblauwst
verbogen zeeblauwe zeeblauwere zeeblauwste
partitief zeeblauws zeeblauwers -

Bijvoeglijk naamwoord

zeeblauw

  1. (kleur) een kleur als die van de oceaan bezittend; gedefinieerd met met RAL-nummer 5020.
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be