Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zang·berg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zangberg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zangbergm

  1. (kunst), (mythologie) de mythologische berg Helikon waar de Muzen vertoefden, overdrachtelijk voor de wereld van de kunsten
    • In de achttiende eeuw verweten Nederlandse dichters elkaar dat de zangberg in gevaar zou zijn. 

Gangbaarheid