Nederlands

 
Kinderen op het strand hebben een zandhoop gemaakt als eenvoudig zandkasteel.
Uitspraak
Woordafbreking
  • zand·hoop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zandhoop zandhopen
verkleinwoord zandhoopje zandhoopjes

Zelfstandig naamwoord

de zandhoopm

  1. een grote stapel los zand
    • De kinderen vermaakten zich kostelijk door van de zandhoop af te glijden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be